Integriteit in de praktijk

Als ondernemer wil je bijdragen aan een beter aanbod van persoonlijke beschermingsmiddelen in tijden van schaarste na het uitbreken van de pandemie. Je communiceert naar de buitenwereld dat je zonder winstoogmerk werkt, maar achter de schermen sluit je een winstgevende deal en bedingt daarbij geheimhouding.

Deze case zou prima passen in de enquête ‘Integriteit in de praktijk’ die recent via iBestuur opnieuw werd uitgezet. Zoals bij de meeste cases het geval is, werd hier volgens de regels gehandeld en voldeed de deal schijnbaar aan alle voorwaarden. Niettemin is de afkeuring over de gang van zaken unaniem. Het toont aan hoe groot het grijze gebied is tussen goed en fout.

Uiteraard zitten er twee kanten aan de zaak: het handelen van de ondernemer, maar ook dat van de overheid die meewerkte aan de deal. Waarom werd een deal gesloten met een ondernemer zonder enig trackrecord, terwijl vooraf al twijfels waren over de kwaliteit en de prijs? Waarom heeft er geen openbare aanbesteding plaatsgevonden om een keuze te maken tussen de vele aanbieders? Daardoor ontstond een klimaat dat ruimte bood voor willekeur en vriendjespolitiek.

Zeven jaar geleden organiseerde iBestuur een enquête over integriteit naar aanleiding van Zembla uitzendingen waarin vermeende schending van het mededingingsrecht binnen de ICT-sector aan de kaak werd gesteld. Vorige maand werd de enquête herhaald. De uitkomsten illustreren, op basis van de verscheidenheid aan antwoorden, de vele tinten grijs. Ze laten tevens een interessante verschuiving zien: mensen werkzaam bij ICT-bedrijven en zelfstandigen zijn voorzichtiger geworden. Respondenten vanuit de overheid zijn ten opzichte van zeven jaar geleden bereid meer risico te nemen. Daardoor is het verschil in opvatting over integriteit tussen overheid en markt, dat in 2014 nog duidelijk aanwezig was, nu geheel verdwenen. Zie hier voor de resultaten van de enquête en de verschillen tussen 2014 en dit jaar.

Bij de mondkapjesdeal is het nodige in het werk gesteld om onder de radar te blijven, zoals geheimhouding en wegsluizen van de winst naar een persoonlijke holding. Blijkbaar oordeelden betrokkenen dat de deal het daglicht niet kan verdragen. Dan komt het extra hard aan als de waarheid aan het licht komt. Een klimaat van integer zakendoen is gebaat bij openheid en transparantie wederzijds. Denk hierbij aan een gelijk speelveld voor ondernemers, openbaar lobbyregister, openheid over businessmodellen, risicocalculaties en opdrachten. Daardoor kunnen we verspilling van belastinggeld en reputatieschade voorkomen.

Grenzen van fatsoen

Overheidsklanten uitnodigen voor een golftoernooi of een nieuwjaarsconcert om te kunnen netwerken was twintig jaar geleden nog heel normaal. Het hoorde tot het standaardrepertoire relatiemanagement van ICT-bedrijven. Relaties lieten zich maar al te graag verwennen. In amper tien jaar tijd is die houding omgeslagen. We vinden het nu niet integer en beoordelen de uitjes als ‘smeren en fêteren’. Wellicht wordt het in de toekomst zelfs gezien als een vorm van omkoping en strafbaar gesteld. Het is duidelijk dat normen verschuiven in de tijd.

Bij alles wat we doen moeten we ons realiseren dat daar jaren later over geoordeeld kan worden op basis van de dan geldende normen. Dat overkwam ICT-bedrijf Ordina in 2014. Via een klokkenluider kreeg het tv-programma Zembla een USB-stick met de mailbox van een voormalig salesmanager van Ordina in handen. Zembla analyseerde duizenden vertrouwelijke e-mails en bestanden uit de periode tussen 2005 en 2010 op belastend materiaal die zou duiden op het schenden van het mededingingsrecht. Deskundigen velden in het programma een spijkerhard oordeel: “Dit kan het daglicht niet verdragen, dat is zonneklaar”. Gesteund door commentariërende hoogleraren sprak Zembla van structurele fraude en zelfs van een mogelijke nieuwe bouwfraude.

De Zembla uitzendingen zorgden voor forse reputatieschade voor de gehele ICT-sector. De relatie tussen de overheid en ICT-bedrijven raakte verstoord en de koers van het aandeel Ordina ging hard onderuit. Van strafbare feiten is achteraf weinig gebleken. De gepubliceerde e-mails bevatten opportunistische grootspraak van een salesmanager die alles uit de kast haalt om een opdracht te winnen. De meeste e-mails die in de uitzending werden getoond zeggen meer over de drijfveren van de verkoper in kwestie dan over belastende feiten die Zembla probeerde te achterhalen. De nu geldende grenzen van fatsoenlijk zakendoen lijken wel te zijn overschreden. Zo bleek er vertrouwelijke informatie te zijn gedeeld en was er sprake van informeel contact tussen medewerkers van Ordina en opdrachtgevers.

Voor integer zakendoen zou je jezelf kunnen verplaatsen in een glazen huis. Je kunt overal naar buiten kijken, maar omgekeerd kan iedereen ook naar binnen kijken. In een afgesloten omgeving is verleiding groot om de grenzen op te zoeken en bij daarna bij succes de foute kant op te schuiven, met alle risico’s van dien. Zelfs voor zaken, die strikt vertrouwelijk of goed verborgen zijn, geldt: vroeg of laat kan het uitkomen en openbaar worden. Actuele ontwikkelingen laten nu zien dat de behoefte aan meer transparantie en openheid groeit. Dat geldt niet alleen voor politici, maar ook voor ambtenaren en ondernemers.

Integriteitskwesties rond bestuurders, ambtenaren of politici komen regelmatig aan het licht. Soms gaat het om strafbare feiten zoals fraude, zelfverrijking of schending van geheimhouding. Vaker nog zit het in het grijze gebied op de grens van het fatsoen. Het is de schemerzone waarin iedereen af en toe in verzeild raakt. Hoe ga je dan om met de verleiding? Waar trek je de grens van het fatsoen en hoe waak je ervoor dat je verder afglijdt? Je kunt dit toetsen op basis van 25 praktijkcases in deze enquête. Werk je bij de overheid, een ICT-bedrijf of ben je ZZP’er, dan stel ik het prijs als je de enquête invult. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Neem het beeld van het glazen huis als uitgangspunt: kun je de keuzes in het openbaar verantwoorden? Zes jaar geleden werd de enquête voor het eerst naar aanleiding van de Zembla-uitzending vanuit iBestuur gehouden. Zijn onze normen in afgelopen jaren verschoven? Over een maand rapporteer ik de resultaten.

Een beetje integer bestaat wel

baazethics-608

Klanten uitnodigen voor een golftoernooi om te kunnen netwerken, een politicus die overstapt naar het bedrijfsleven om bij zijn voormalige collega’s te lobbyen of iemand wegkopen bij een concurrent om daar commercieel voordeel mee te behalen. Tot voor kort keken we daar niet van op. Nu vinden we het niet integer en over een aantal jaren is het wellicht strafbaar.

Zo vinden wij de onregelmatigheden bij de aanbesteding van het openbaar vervoer van de provincie Limburg volstrekt onacceptabel. Een voormalig directeur van vervoersbedrijf Veolia speelde een dubbelspel door vertrouwelijk informatie te delen met bestuurders van concurrent Qbuzz/Abellio. Hij werd door NS-dochter Qbuzz via een adviesbureau ingehuurd om zich richten op het winnen van de aanbesteding. Zowel de Veolia-directeur als de Qbuzz-bestuurders waren zich bewust van de integriteitsschending, want de inhuur via het adviesbureau was bedoeld om het concurrentiebeding te omzeilen en de Veolia-directeur kreeg een telefoon en emailaccount onder een andere naam.

Integriteit gaat veel verder dan het handelen conform de wet, regels en gedragscode. Het heeft vooral te maken met ethisch verantwoord handelen. Het gaat vooral om respect voor anderen, moraal en fatsoen. Een kant en klaar recept hoe te handelen in een bepaalde situatie is er niet. Afhankelijk van de rol, omstandigheden en persoonlijke inschatting maken mensen verschillende keuzes. Dat bleek uit de resultaten van een enquête over een aantal ethische kwesties die door iBestuur werd gehouden onder mensen van de overheid, ict-bedrijven en zelfstandigen.

Als een ICT-leverancier aan een inkoper bij de overheid specificaties toestuurt op een iPad zou je die iPad dan houden of niet? Ja zegt 19 procent van de respondenten. Dat is opmerkelijk want binnen de overheid en bij vrijwel alle bedrijven is het aannemen van geschenken van een dergelijke waarde niet toegestaan. De overige 81 procent zou de iPad niet gebruiken. De praktijk is vervolgens dat vrijwel niemand het geschenk terugstuurt, wat eigenlijk wel zou moeten.

Mag je als zzp’er een opdracht aannemen om een leverancier te begeleiden bij een aanbesteding die je daarvoor hebt helpen opzetten voor de overheid? Dat is niet toegestaan zegt 10 procent. 42 procent vindt het niet integer. 48 procent vindt dat dit wel moet kunnen. Deze case heeft veel weg van de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg. Een zzp’er die voor beide partijen aan dezelfde zaak werkt kan dan wel beloven geen vertrouwelijke gegevens te zullen prijsgeven, hij heeft de schijn tegen. Een dubbelrol is niet toegestaan als hij voor de overheid een geheimhoudingsverklaring heeft getekend die belangenverstrengeling verbiedt.

In het schemergebied voelt eenieder aan wanneer een grens wordt overschreden. Bepalend is of je bereid bent tot volledige transparantie van je handelen. Bij het lekken van bedrijfsgeheimen van Veolia was dat duidelijk niet het geval. Ironisch genoeg heeft het bezit van vertrouwelijke informatie geen rol gespeeld bij het winnen van de opdracht. Zonder de informatie had Qbuzz de opdracht ook gewonnen, want Veolia had zichzelf uit de aanbesteding gespeeld door een ongeldige aanbieding te doen. De NS-dochter zal haar roekeloze gedrag nu moeten bekopen met het kwijtraken van de concessie voor het openbaar vervoer in Limburg.

Imagoproblemen

klaver

“Verschil van mening dat moet kunnen” zei ABN Amro Commissaris Rick van Slingelandt bij het verlaten van de hoorzitting. Hij zei de ‘ontstane emotie’ te ‘betreuren’ maar vond de salarisverhoging ‘een juiste beslissing’. De aanwezige Tweede Kamerleden liet hij in verbijstering achter. ‘Stuitend’ vond GroenLinks-Kamerlid Jesse Klaver de antwoorden en ‘wilde niet weten in wat voor universum de ABN-topman leeft’. Klaver vertolkte de mening van het volk.

De financiële sector mag dan wel vooruitgang hebben geboekt met het centraal stellen van de klant, het beeld van de bankier bij de gemiddelde Nederlander houdt het midden tussen ‘De Prooi’ en ‘The Wolf of Wall Street’. De banken hebben ons in de financiële crisis gestort en zijn daarna op kosten van de belastingbetaler gered is het algemene credo. Terwijl de overheid en toezichthouders medeschuldig zijn aan de crisis moet de financiële sector het ontgelden. De politiek vertolkt de maatschappelijke verontwaardiging. De publieke commotie over een loonsverhoging wordt extra uitvergroot en hoog opgenomen.

De Tweede Kamer besprak ook de onregelmatigheden bij ICT-aanbestedingen. Door het onderzoek van de commissie Elias en Zembla uitzendingen ligt de ICT-sector onder vuur. Kamerlid Kees Verhoeven vertrouwt de ICT-bedrijven niet en roept de minister op meer afstand te nemen van ICT-bedrijven. Het onderlinge vertrouwen tussen de overheid en de ICT-sector is al lange tijd niet goed. De overheid vindt ICT-bedrijven zakkenvullers. De ICT-bedrijven vinden de overheid incompetent op ICT-gebied. Het komt er op neer dat de overheid tekort schiet als opdrachtgever en ICT-bedrijven onvoldoende invulling geven aan hun zorgplicht.

Overheid en ICT-bedrijven hebben ieder hun eigen werkelijkheid. Het kan zijn dat alle lichten bij de overheid op groen staan terwijl bij het bedrijf enkele lichten op rood staan, bijvoorbeeld van de marge. Dat is belangrijke informatie, want niemand heeft iets aan een wurgcontract. Waarom worden die dashboarden niet gedeeld? Er moet een cultuur komen die het delen van dit soort informatie beloont in plaats van bestraft. Teveel regels kunnen averechts werken. We moeten meer vertrouwen geven, in plaats van minder.

De financiële sector en de ICT-sector hebben een imagoprobleem. Beide moeten het geschonden vertrouwen terugwinnen. Door alleen gesprekken, regels en beloften gaat dat niet lukken. Het gaat er om dat ‘wat je zegt, wat je doet en wat je laat zien’ in balans zijn. Goed handelen moet altijd centraal staan. Dat is handelen vanuit vakmanschap, de klant centraal stellen en echt toegevoegde waarde leveren. Als je elkaar met respect behandelt en de klant en het maatschappelijk belang echt centraal stelt, dan hebben we het niet meer over een salarisverhoging voor bestuurders of een bezoek aan een skybox.

Weg van het beeld en terug naar de zaak

Beeldvorming

Logica brengt je van A naar B, maar medialogica brengt je overal. Het kan reputaties maken en breken, want bij medialogica gaat het uitsluitend om de beeldvorming. We bedenken een paar mooie metaforen. We geven het een pakkende naam, zoals Faalindustrie, Plofkip of Zwitserlevengevoel. De media illustreren het vervolgens met spannende beelden die niets met de zaak van doen hebben. Daarna reageert iedereen enkel nog op de beeldvorming. De zaak waar het om gaat en de feiten zijn dan allang naar de achtergrond verdrongen.

Zembla: wie is de mol?
De uitzendingen van Zembla over de mores van de ICT-wereld geven een mooi beeld van medialogica. We kijken naar overheidsgebouwen bij nacht en duistere serverruimtes. Het geheel wordt omlijst door  een spannend muziekje. Fragmenten van vertrouwelijke e-mails worden getoond. Een vrouwelijk stem trekt de conclusie dat de berichten duiden op fraude bij aanbestedingen. Een hoogleraar geeft vervolgens een oordeel over de zaak: “Dit kan het daglicht niet verdragen, dat is zonneklaar”. We zien een foto waarop een ambtenaar poseert bij een helikopter, waarbij ten onrechte wordt gesuggereerd dat zij per helikopter naar een tennistoernooi is gevlogen. Er wordt melding gemaakt van een ambtenaar die daags voor de bekendmaking van een overheidsopdracht een ict-bedrijf bezoekt. Gesuggereerd wordt dat deze man onder één hoedje speelt met het bedrijf, echter hij had geen bemoeienis met de aanbesteding. Gesteund door commentariërende hoogleraren spreekt Zembla van structurele fraude. Het beeld dat blijft hangen is dat hier sprake is van een nieuwe bouwfraude. De voorzitter van de ICT-brancheorganisatie probeert dit beeld te corrigeren door de uitzending van Zembla in het openbaar als laster te bestempelen en zijn collega’s op te roepen uit te kijken met wat zij mailen. Onbedoeld wordt de negatieve beeldvorming van de ict-sector hierdoor alleen maar versterkt.

Nieuwsuur: PGB alarmbellen
In de berichtgeving over de problemen met de uitbetaling van de PGB draait het ook om beeldvorming. Nieuwsuur meldt dat een nieuw PGB-systeem is ingevoerd ondanks serieuze waarschuwingen. ‘ICT-deskundigen’ worden er bij gehaald om de ernst van het probleem te duiden. Zij baseren zich op een rapport van Deloitte van oktober 2014. Met terugwerkende kracht laten zij alarmbellen rinkelen en bestempelen het rapport als een smoking gun. Een beeldspraak over de motorkap van een twintig jaar oude Panda die naar Kaapstad rijdt wordt er bij gehaald om te benadrukken dat de problemen onder de pet zijn gehouden. Na lezing van het Deloitte rapport roept het bij mij een geheel ander beeld op. Deloitte heeft in drie dagen tijd onderzoek gedaan naar informatiebeveiliging, performance en haalbaarheid van de planning op basis van litteratuuronderzoek en interviews. Deloitte heeft geen performancemetingen uitgevoerd en trekt ook geen conclusies over de haalbaarheid. Aanbevelingen bevat het rapport evenmin. Het is een klassieke audit die toetst of maatregelen zijn getroffen om o.a. de deadline van 1 januari te halen. Zo wordt bijvoorbeeld opgemerkt: ‘De invulling van de sturing van het IT-project vanuit het programma wordt niet volgens het handboek SVB ingevuld.’ Na lezing van alle rapporten die ik heb kunnen vinden krijg ik het beeld van de SVB die alles op alles heeft gezet om de continuïteit van de zorg en uitbetalingen te borgen binnen het nieuwe regime. De SVB heeft in korte tijd gedaan wat mogelijk was en daarbij niets verborgen gehouden. Ik vraag mij wel af of in de haast de juiste keuzes zijn gemaakt die moeten leiden tot een toekomstvast en schaalbaar systeem. Niettemin blijft mijn waardering voor de hardwerkende mensen van de SVB, die al jaren de kwaliteit van de dienstverlening voorop stellen, onverminderd groot.

Weg van het beeld
Het bestrijden van negatieve beeldvorming lijkt een heilloze weg. Het is wrijven in een vlek, die daardoor alleen maar groter en viezer wordt. Kustaw Bessems verwoordt het treffend in zijn column voor BNR: “De strijd om de beeldvorming is zo verruwd, de deelnemers zo dolgedraaid, geen van deze tactiekjes werkt meer. Ironisch genoeg is nog maar één mogelijkheid open: weg van het beeld en terug naar de zaak. Je blijft op dit slagveld alleen nog overeind als wat je zegt is gedekt door hoe je weet dat het zit.”

Verleiding van de snoeppot

snoeppot-groot-napoleon-1

Wat hebben zij met elkaar gemeen: de zichzelf verrijkende bankiers, de megalomane bestuurders, de frauderende medewerkers, de ruimhartig declarerende politici en de collaborerende accountants? Het zijn allemaal stereotypen. In werkelijkheid gaat het om een hele kleine minderheid waarop het bijvoeglijk naamwoord van toepassing is. Het zijn de mensen die de verleiding niet hebben kunnen weerstaan en graaien uit de snoeppot die toebehoort aan klanten, bedrijf of samenleving. Met hun ongepast gedrag dragen zij bij aan beschadiging van het imago van de hele sector waartoe zij behoren.

De media en parlementaire commissies zorgen voor ontmaskering van fraudezaken. Zo kennen we inmiddels de bouwfraude en de vastgoedfraude. Na het rapport van de commissie Elias en de Zembla uitzending lijkt zich ook in de IT-sector fraude af te tekenen. Zembla onthulde dat er gefraudeerd zou zijn met verschillende aanbestedingen van de overheid. Het staat nog niet vast dat daarbij strafbare feiten zijn gepleegd. De rechter zal zich daarover moeten uitspreken. Van structurele fraude lijkt geen sprake, maar integriteit staat inmiddels hoog op de agenda binnen zowel overheid als IT-sector. De eerste reflex is dan het bestrijden van de symptomen door aanscherping van aanbestedingsregels en gedragscode.

Vastgoedfraude zaak
Regels zijn noodzakelijk, maar veelal gebaseerd op macht en controle. Door regels alleen kan ongepast gedrag niet worden voorkomen. We moeten ook kijken naar de intrinsieke motivatie en de omgeving waarin mensen handelen. Welk voorbeeldgedrag gaat uit van leidinggevenden en toezichthouders? Wat is het effect van de targets die worden opgelegd? Welk gedrag lokt het bonusbeleid uit? Als het halen van financiële resultaten allesbepalend is en leidinggevenden wegkijken, dan komt het ethisch handelen onherroepelijk onder druk. De vastgoedfraudezaak geeft daarvan een integrerende inkijk. Oud-Bouwfonds-directeur Jan van Vlijmen strooit met geld om handlangers niet te laten concurreren, te doen zwijgen of geld door te sluizen. Zelfs in de rechtszaal heeft hij zijn moreel kompas nog niet hervonden: “Ja, ik heb mensen omgekocht. En dan spreek ik even los van het strafrecht, daar heb ik geen verstand van. Het mocht van mijn werkgever Bouwfonds, die wist er van. Iedereen deed zo.”

Snoepautomaat affaire
Bepalend voor gedrag van medewerkers is ook de cultuur van de organisatie. Is de hiërarchie bepalend en domineren regels en controle? Of wordt creativiteit gestimuleerd en is het maken van fouten toegestaan als voorwaarde van een lerende organisatie? Als er geen fouten gemaakt mogen worden dan is de neiging deze te verdoezelen: angst domineert en het wordt van kwaad tot erger. De affaire met een snoepautomaat laat zien waartoe dit kan leiden. Een exploitant van een automaat met marsen en zakjes drop in een militair wachtlokaal constateerde dat het snoep uit de automaat verdween zonder dat daarvoor werd betaald. Door aan het apparaat de schudden viel het snoep namelijk zonder betaling uit de automaat. De verdenking van deze handeling viel op de marechausseebeveiligers van de Koninklijke Stallen. In plaats van het gesprek aan te gaan met deze medewerkers en de automaat te repareren, installeerde de militaire interne controle een bewakingscamera. Op basis van de videobeelden werden acht medewerkers ontslagen voor diefstal, de getuigen werden berispt. Van de marechaussee wordt onberispelijk gedrag verwacht, en dus werden jonge militairen zwaar gestraft voor een kwajongensstreek.

Geloof in eigen medewerkers
Meer regels en controles zullen de risico’s niet substantieel verminderen. Zij werken eerder averechts. Regels kunnen creativiteit, ethisch handelen en het nemen van verantwoordelijkheid belemmeren. Ricardo Semler laat zien dat het volledig anders kan. Hij bouwt zijn familiebedrijf Semco om tot een onderneming die uitgaat van geloof in eigen medewerkers. Hij schaft regels af en bouwt aan een bedrijfscultuur die openheid en democratie centraal stelt. Financiële informatie is beschikbaar voor iedereen en werknemers bepalen zelf hoeveel ze verdienen. Het bedrijf draait om vakmanschap, vertrouwen en liefde voor elkaar. Klanten krijgen waar zij recht op hebben. Slechts één ding ontbreekt: de snoeppot die mensen in verleiding brengt.