Een ongelukkig avontuur

Hoofdpijn krijgen roeicoaches er van; roeiers die vlak voor een belangrijke wedstrijd geblesseerd uitvallen. Zelden is dat het gevolg van een roeiblessure. Het gaat vrijwel altijd om een ongeluk bij een avontuurlijke sport die roeiers onvoldoende beheersen. Het zijn ongelukkige valpartijen met wielrennen, skiën of schaatsen die uitval veroorzaken. Pas na intensieve revalidatie kunnen de roeiers de training weer hervatten. Met die wetenschap in ons achterhoofd planden wij onze mountainbiketocht in de Sloveense Alpen aansluitend aan onze laatste World Masters roeiwedstrijd in Bled.

De laatste dag van ons verblijf in Slovenië hadden wij geen wedstrijd. Dat was dus een uitgelezen kans om het landschap en de Julische bergen per fiets te verkennen. Wij reserveerden vooraf enkele mountainbikes die direct na aankomst werden geïnspecteerd en goedgekeurd voor ons fietsavontuur. Daarna bestudeerden wij de kaart van de omgeving voor mogelijke fietsroutes. Nadat wij ons blind hadden gestaard op de wirwar van paadjes en hoogtelijnen op de kaart besloten wij op advies van onze gastheer een gids in te huren voor de mooiste fietsroute.

In een voorgesprek met de gids maakten wij onze wensen kenbaar: drie uur fietsen en genieten van landschappelijke schoonheid. Een fysiek zware route was voor ons roeiers geen probleem, maar onze techniek op moeilijk begaanbare paden wel beperkt. Onze gids adviseerde een mooi fietsrondje van 40 kilometer met prachtige vergezichten. Ongeveer vijf uur zouden wij onderweg zijn. Vijf uur? Zo langzaam fietsen wij toch niet? Natuurlijk kon het sneller, maar wij zouden ook regelmatig stoppen en pauzeren voor een lunch. Per slot van rekening moesten wij ook genieten van de tocht.

Direct na de start van onze tocht bewees onze gids zijn waarde. Door wegwerkzaamheden was de weg geblokkeerd en moesten we een alternatieve route nemen. We daalden af naar een rivierdal en moesten daarna vol aan de bak op een steile beklimming. Dat was slechts de warming up voor de beklimming van een berg die wij in de verte al konden zien liggen. Er volgde een korte afdaling. Daarna sloegen we een gravelpad in. Dit gaat lange tijd zo door en het laatste stuk is weer wat steiler, vertelde onze gids. Af en toe stopte hij om uitleg te geven over de omgeving. Wij keken uit over het dal en zagen in de verte het kasteel van Bled. Niet veel later fietsten wij in volle mist. Daarna fietste ieder van ons in een eigen tempo de weg omhoog.

Lange tijd kon je in het kleinste verzet soepel de berg op klimmen. Dat werd gaandeweg steeds moeilijker. Het achterwiel slipte in het grind, het voorwiel kwam regelmatig los van de weg en de bovenbenen begonnen de verzuren. Kleiner schakelen kon niet meer. Daarna volgde het onvermijdelijke afstappen en proberen weer op gang te komen. Dat lukte nauwelijks, want het achterwiel slipte telkens door. Het laatste stuk van de klim moest afwisselend lopend en fietsend worden afgelegd. Op de top moesten we lang op elkaar wachten, maar kregen daar wel onze beloning: een hut met een warme kachel en een voedzame maaltijd.

In de hut bespraken we de onder andere de geopolitieke ontwikkelingen in Slovenië. We maakten een paar groepsfoto’s en daarna was het tijd voor onze tocht huiswaarts. Inmiddels was de bewolking toegenomen met lichte regen. Het voorgespiegelde uitzicht op de berg was in mist opgegaan. Nu moesten we alleen nog van de berg zien af te dalen. Wij kregen instructie over het remmen en het gewicht dat verplaatst moest worden achter het zadel. Voordat ik die techniek in praktijk kon brengen gleed ik uit over de gladde kiezels en verdraaide mijn knie bij het opvangen van mijn val. Ik werd daarna snel weer overeind geholpen, maar zakte direct weer door mijn linker knie. Het was snel duidelijk dat ik niet fietsend verder kon.

Onze gids belde met de hulpdiensten. Kort daarop kwam een 4WD van Mountain Rescue de berg oprijden. Mijn been werd in een opblaasbare spalk geklemd. Ik werd de auto in gedragen. Mijn fiets ging in de achterbak. De auto bracht mij naar een EHBO-post. Daar werden mijn gegevens opgenomen en wachtte een ziekenauto die mij naar het ziekenhuis in Jessenice bracht. Een arts onderzocht de knie en stuurde mij door naar de röntgen afdeling voor het maken van foto’s. Van een fractuur bleek gelukkig geen sprake. De diagnose was een flinke kneuzing die binnen drie maanden zou moeten genezen. Met krukken mocht ik het ziekenhuis verlaten om daarna nog net op tijd aan te sluiten bij het slotdiner van onze roei-equipe.

Twee dagen na het ongeluk kon ik weer voorzichtig zonder krukken lopen. Een week later pakte ik ook mijn fiets- en roeitrainingen weer op. Volgens medisch deskundigen zijn fietsen en roeien gezonde sporten die het herstel van de gekwetste knie kunnen bespoedigen.

Mont Ventoux op eigen risico

Ventoux2010-01

Vakantie is voor mij fietsen in Frankrijk. De secundaire wegen zijn rustig en leiden langs de mooiste plaatsen en vergezichten. Eerst twee weken inrijden in de Gard en dan een week fietsgenot in de Provence. Vanuit ons vakantieverblijf in Malaucène kun je prachtige tochten rijden door de Vaucluse, de Drôme, de Dentelles de Montmirail of langs de Gorges de la Nesque.

Het absolute hoogtepunt is de Mont Ventoux. Deze prachtige kale berg is dominant aanwezig in het Provençaalse landschap. Als de berg in de zon staat te stralen, dan wil je daar als wielrenner overheen. Elk jaar wel een paar keer, het liefst van alle drie de kanten. De klim vanaf Malaucène stijgt gestaag met mooie vergezichten. De klim vanaf Bedoin is een sportieve uitdaging. Deze wordt in de Tour gereden en kent een zwaar stuk door het bos en een slot door het kale maanlandschap. Vanaf Sault is het genieten van het prachtige landschap en lavendelvelden en hetzelfde slot als de klim vanaf Bedoin.

De beklimming en de afdaling zijn niet zonder gevaar. Fietsers, automobilisten en motorrijders zitten elkaar vaak in de weg. Regelmatig gebeuren er daardoor ongelukken. Dat heb ik zelf mogen ervaren. Zo was ik vanaf de Luberon op weg naar Sault om van daaruit de Ventoux te fietsen. Tijdens de beklimming naar deze stad voel ik plotseling een klap op mijn linkerbil. In mijn ooghoek zie ik daarna een motorrijder onderuitgaan. Hij schuift meters door over het asfalt en blijft daarna roerloos liggen op de weg. Ik stap af en zet mijn fiets tegen het muurtje langs de kant van de weg. Daarna houd ik de eerste auto aan een vraag de chauffeur de weg te blokkeren en het alarmnummer te bellen. De motorvrienden van het slachtoffer bedanken mij en vragen hoe het met mij gaat. Ik voel nog geen pijn en vraag hen wat zij hebben gezien. Het ongeluk moest ik mij niet aantrekken, want ik reed keurig rechts van de weg volgens hen. Al snel ontstaat er een grote menigte die zich verzamelt rond het slachtoffer. Het is een zwaar gebouwde man die niet meer kan bewegen, maar wel heel hard schreeuwen. “Putain de cycliste” roept hij herhaaldelijk. De ambulance brengt hem naar het ziekenhuis en de gendarmerie arriveert.

Ik moet blazen en mee naar het politiebureau. Daar word ik uitgebreid in het Frans verhoord. Waarom heeft de motorrijder u aangereden? Ik weet het niet, want ik heb geen ogen in mijn rug. Heeft u getuigen? Nee, want ik was alleen, maar zijn vrienden hebben verklaard dat ik keurig rechts van de weg reed. Die verklaring telt niet voor de Franse rechtbank volgens de agent. Zijn vrienden kunnen niet objectief voor u getuigen. Van dit soort ongevallen met letselschade komen meestal rechtszaken en de agent adviseert mij verzekering en rechtsbijstand in te schakelen. Gedeprimeerd verlaat ik het politiekantoor. Het is te laat voor de Ventoux beklimming en in de verte zie ik onweerswolken samenpakken boven de berg. Mijn bil begint pijn te doen en gedesillusioneerd fiets ik terug naar de Luberon.

Een half jaar later ontvang ik een dagvaarding. Ik word aansprakelijk gesteld voor het veroorzaken van het ongeluk met ernstig letsel. Ik moet verschijnen voor de rechtbank in Carpentras. Ik schakel mijn verzekering en rechtsbijstand in. Zij nemen de zaak helemaal over en schakelen een plaatselijke advocaat in. Volgens mijn verzekeraar is dit een eenvoudige zaak die in eerste instantie ook door de Franse rechter wordt afgewezen. Een paar jaar later ontvang ik opnieuw een dagvaarding en weer neemt de verzekeraar de zaak over. Vier jaar na het ongeluk meldt mijn verzekeraar dat ik de zaak heb verloren en alle schade moet vergoeden. Volgens de rechter zou ik de motorrijder omver hebben geduwd. De rechter heeft zich bij die uitspraak gebaseerd op de verklaring van de vrienden van de motorrijder.

Geluk en ongeluk op de Mont Ventoux

ventoux13wp

In de Volkskrant las ik het overlijdensbericht van Henk Bobbink. “Il est monté mais n’est pas descendu” vermeldt het bericht. “Henk is vorige week vrijdag tijdens zijn fietsvakantie in Zuid-Frankrijk bij een ongeval overleden. Op de Mont Ventoux kwam hij frontaal in botsing met een motorrijder, die eveneens om het leven kwam.” “Vertrokken vanuit een voor hem paradijselijke omgeving is hij door een ongeval met zijn racefiets, op zijn favoriete berg in Frankrijk, om het leven gekomen” vervolgt het bericht. Na het lezen van dit mooie eerbetoon aan Henk Bobbink was ik even stil.

In de vroege ochtend fietste ik nog samen met mijn zoon vanaf Bedoin naar de top van de Ventoux. Met de fietsen in de auto reden wij weer naar beneden. Eind van de dag hoorden wij de ambulancesirenes op de berg. Ik begrijp nu welk noodlottig ongeluk zich op de flanken van de Ventoux heeft voltrokken. En dan besef je ineens weer dat het leven in een split second kan veranderen en zelfs eindigen.

Als ik zelf mijn plaats van overlijden zou mogen uitkiezen dan is dat op de Ventoux. Elk jaar weer lokt de berg om er overheen te fietsen. Meer dan vijftig keer heb ik de berg gefietst. De beklimming telt alleen als je tussentijds geen voet aan de grond hebt gezet. Het fietsen van de Mont Ventoux is de ultieme uitdaging en voor mij het hoogtepunt van de fietsvakantie. Het is loodzwaar, maar je bent gelukkig als je het weer hebt gehaald. Een succesvolle beklimming is als het sonnet van dichter Jan Kal:

Mont Ventoux
Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson nog is overleden.
Onder zo tragische omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.

Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
Het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend,
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.

Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van wind.

Meer dan eens ben ik van de weg gewaaid, uitgeput afgestapt of vastgelopen in de sneeuw. Ook ben ik een keer van achteren aangereden door een motor. De weg werd door de politie afgezet en de motorrijder zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis. Steeds weer ben ik door het oog van de naald gekropen.

Tijdens het fietsseizoen valt er gemiddeld elke week een slachtoffer op de flanken van de Ventoux. En toch zoeken wij elk jaar de Ventoux weer op. Voor mij (en veel fietsers met mij) is de Ventoux het paradijs op aarde. Niemand kan ons onze passie ontnemen. Het is heel tragisch dat het noodlot heeft toegeslagen. Bij iedere beklimming van de Ventoux zullen wij aan hem denken.