fietsen
Het leven is als fietsen
Voor alles heb je tegenwoordig een opleiding, zoals voor de beroepen van dokter, advocaat, kok of stratenmaker. En vervolgens kun je overal voor doorleren: Nederlands voor allochtonen, trainen van voetballers en zelfs twitteren voor ambtenaren. Maar voor het allerbelangrijkste in het leven bestaat geen opleiding of training. De opvoeding van onze kinderen mogen we onszelf aanleren. De eerste dag worden we nog op weg geholpen met het verschonen van een luier. Maar daarna mogen we zelf doormodderen, al dan niet ondersteund door goedbedoelde adviezen zoals uit “Oei, ik groei!”.
De opvoeding beoogt kinderen zelfstandigheid bij te brengen. Je leert het kind dingen zelf te doen. Als opvoeder baseer je dit leerproces op de normen en waarden van jezelf en de samenleving. Je kunt dit op een instruerende wijze doen, door het kind als het ware te programmeren. Maar je kunt kinderen ook vrij laten en veel zelf uit laten vinden. Door schade en schande worden zij dan wijzer. De kunst is de goede balans te vinden tussen een te strenge en een te vrije opvoeding. Maar hoe je dat moet doen, mag je als opvoeders zelf uitvinden. Zo leerde ik onze kinderen al op vroege leeftijd fietsen. Ik haalde de zijwieltjes van de kinderfiets. In het park oefenden we het balanceren. Ik liep mee en zorgde voor het evenwicht. Na een paar keer oefenen liet ik los. Dat eindigde dan eerst in een zachte landing in het gras. Maar na een tijdje oefenen konden ze zelf los fietsen zonder te vallen. Daarna mochten ze op de stoep heen en weer fietsen. Op een dag werd onze dochter huilend en beschramd door onze buurvrouw thuisbezorgd. Zij was over de kop geslagen en op haar hoofd beland. Mijn vrouw smeerde een klodder arnifloor op de grote bult op haar voorhoofd. Daarna kochten wij helmen voor de kinderen, die zij natuurlijk niet wilden dragen.
Mijn zoon toonde dit jaar belangstelling voor de racefiets. Wij kochten een mooie Bianchi-fiets via Marktplaats en oefenden het wielrennen tijdens tochten door de duinen. Al snel had hij de slag te pakken. Hij viel een paar keer omdat hij zijn schoen niet tijdig uit de klip kon krijgen, maar stuurde behendig en kon goed mijn wiel houden. Tijdens fietstochten in Frankrijk liet hij zien makkelijk bergop te kunnen rijden. Nu wilde mijn dochter ook wel een keer fietsen. Zij kocht een wieleroutfit en reserveerde een fiets bij de verhuur. Maar eerst nog even oefenen op de fiets van haar broer. Ik legde haar de basisprincipes van de racefiets uit en wij vertrokken met een lichte afdaling. Ik zei nog dat zij moest afremmen en uitwijken voor een auto die ons tegemoet kwam. Daarna zag ik haar slingeren. Zij raakte de controle over de fiets kwijt, viel en gleed door in de kiezels in de berm. Daarna probeerde mijn vrouw de diepe schaafwonden met water en Sterilon te ontsmetten. Mijn dochter schreeuwde het uit van de pijn. Wij besloten vervolgens naar de Urgence van het plaatselijke ziekenhuis te rijden, waar zij snel en vakkundig werd verpleegd. In de wachtkamer van de Urgence keek ik terug op het ongeval. Had ik niet moeten voorkomen dat zij onvoorbereid de helling af zou rijden? En waarom zaten wij zo te knoeien met het verplegen van de wonden. Hadden wij niet een EHBO-cursus moeten volgen? Zouden alle ouders deze niet verplicht moeten volgen? Aan de andere kant kun je de kinderen niet tegen alle gevaren beschermen. En zij moeten ook nieuwe dingen leren, risico’s ervaren en grenzen verleggen.
Samen met mijn zoon fietste ik in één ruk naar de top van de Mont Ventoux. Met die prestatie verbaasde hij zichzelf en zijn trotse ouders. Want opgeven is geen optie. Het leven is als fietsen: om je evenwicht te kunnen houden, moet je in beweging durven blijven.