Bij roeien zit je met je rug naar de vaarrichting van de roeiboot. Dit omdat je daarmee kracht kunt uitoefenen met je benen, rug en armen om de boot vooruit te stuwen. Omdat je altijd met de rug in de vaarrichting zit zie je niet waar je heen gaat, maar waar je bent geweest.
Schrijfster en toegewijd roeister Rebecca Solnit gebruikt in haar boek ‘Hope in the Dark’ de roeisport als een metafoor van hoop:
‘Je hebt de blik op het verleden gericht en beweegt je een onbekende toekomst in. Hoop gaat uit van de veronderstelling dat we niet weten wat er gaat gebeuren en dat er bij onzekerheid ruimte is om te handelen. Wanneer je onzekerheid herkent, erken je dat je de uitkomsten misschien kunt beïnvloeden – jij alleen of jij in overleg met enkele tientallen of enkele miljoenen anderen. Hoop is een omarming van het onbekende en het onkenbare en onderscheidt zich van de zekerheid van zowel optimisten als pessimisten. Optimisten denken dat het allemaal wel goed komt zonder onze betrokkenheid. Pessimisten nemen het tegenovergestelde standpunt in. Voor beiden is het een excuus om niet te handelen. Het is de overtuiging dat wat we doen ertoe doet, ook al zijn hoe en wanneer het er toe doet, wie en wat het kan beïnvloeden, niet dingen die we van tevoren kunnen weten. Misschien kennen we ze daarna ook niet, maar ze zijn toch van belang. De geschiedenis zit vol met mensen wier invloed het grootst was nadat ze er niet meer waren.’
Je roeit vooruit als je terugkijkt. Wat is het doel van vooruitkijkend achteruit roeien? Hoop! Het vertellen van de geschiedenis is onderdeel om mensen te helpen naar een onbekende toekomst te bewegen. Hopen is jezelf aan de toekomst overgeven, en die toewijding aan de toekomst maakt het heden leefbaar.
Eind vorig jaar publiceerde BZK een tentoonstelling over het informatiseringsbeleid van de overheid. Het geeft een mooi beeld van de beleidsontwikkeling van de overheidsinformatisering in de periode 1985-2021. De bijdrage van pionier en geestelijk vader van het informatiseringsbeleid Bas Brussaard (1930-2008) komt ook aan bod. “Rode draad in de tentoonstelling is dat de overheid moeite heeft om de technologische ontwikkelingen in de markt bij te kunnen houden.” concludeert Jaap Uijlenbroek in zijn inleiding. Het roept bij mij de herinnering op aan de ontwikkeling van markante marktspelers in de afgelopen veertig jaar.
In de tachtiger jaren werd de markt gedomineerd door ICT-bedrijven zoals Volmac, BSO en CMG. Deze bedrijven kenmerken zich door sterke bedrijfscultuur en dominante rol van de oprichter. Zo gold mede-oprichter van Volmac Joop van Oosterom (1937-2016) als een pionier in het professionaliseren van de consultancy-praktijk door standaardisatie van ontwikkelmethode en projectaanpak. Daarnaast introduceerde Van Oosterom maatregelen om het personeel te motiveren door financiële prikkels. Eckart Wintzen (1939-2008) richtte in 1976 BSO op na een managementbuy-out van het Amerikaanse GTE/Information Systems. Wintzen staat bekend als de uitvinder van de filosofie van celdeling, een managementbeleid waarbij het bedrijf wordt opgedeeld in meerdere kleine zelfstandige onderdelen.
Lang voordat Wintzen zijn celdelingsfilosofie lanceerde paste CMG deze constructie vanaf de start in 1964 al toe. Elk CMG-bedrijf had tussen de 60-100 consultants, één algemeen directeur en een integraal verantwoordelijke adjunct-directeur per 10-20 consultants. Als een bedrijf uitgroeide tot meer dan 100 consultants, dan werd het opgesplitst. Zo groeide CMG op autonome wijze met behoud van betrokkenheid van het personeel binnen de afzonderlijke bedrijven. De omgangsregels waren informeel. Het management werd opgeleid binnen eigen gelederen en na geslaagd assessment benoemd. In alles stond het leveren van kwaliteit en een langdurige klantrelatie voorop.
In 1988 kwam ik in dienst van CMG Den Haag, een vestiging verantwoordelijk voor dienstverlening aan de overheid en de toenmalige PTT. CMG telde toen zo’n 300 medewerkers in Nederland, een aantal dat in veertien jaar tijd zou uitgroeien tot meer dan 6.000 medewerkers. Het van oorsprong Britse bedrijf was met name succesvol in Nederland met haar kenmerkende cultuur van openheid, eerlijkheid en gelijkheid. In mijn eerste week maakte ik kennis met de oprichter van CMG en geestelijk vader van de bedrijfscultuur. Doug Gorman (1936-1995) was een bescheiden man, met passie voor zijn bedrijf CMG en een groot hart voor het welzijn van de medewerkers. Hij toonde op persoonlijke wijze zijn medeleven na het overlijden van mijn moeder en belde bij ons thuis aan met een bos bloemen na de geboorte van onze dochter. Kort voordat hij de leiding van het bedrijf over zou dragen overleed hij onverwachts. De succesvolle beursgang van CMG, enkele maanden later, heeft hij niet meer mee mogen maken.
De ommekeer kwam in het jaar 2000 toen CMG, op het moment dat de markt inzakte, het Britse IT-bedrijf Admiral overnam tegen een ongebruikelijk hoge prijs voor goodwill. De grote schuldenlast als gevolg van die overname was de oorzaak van het samengaan in 2002 met branchegenoot Logica. Het was een fusie met Logica als bovenliggende partij van twee bedrijven met een verschillende bedrijfscultuur en in vele opzichten zelfs elkaars tegenpool. Er volgden vele reorganisaties, wisselingen van bestuurders en ontslagrondes. De platte organisatie met zelfstandige cellen maakte plaats voor een hiërarchisch aangestuurde organisatie in een matrixstructuur met gespecialiseerde managementlagen en stafunits. Vanaf 2010 ging het snel bergafwaarts met Logica. Het laatste CMG-pareltje, het payrollbedrijf, werd verkocht aan salarisverwerker ADP. Het Canadese bedrijf CGI nam het noodlijdende Logica in 2012 over en bracht weer bloei in de Nederlandse activiteiten op basis van een ondernemende cultuur.
In de vorige eeuw waren we er trots op om voor ICT-bedrijven zoals Volmac, BSO en CMG te mogen werken. Ze zijn opgeslokt door buitenlandse ICT-reuzen, maar de herinnering blijft. Ik plaatste een mok met de slogan ‘When IT really matters’ op LinkedIn. Het CMG-logo is vervaagd door veelvuldig wassen in de wasmachine. Het bericht had bijna 20 duizend views en 268 likes. Meer dan 70 mensen gaven commentaar en plaatsten foto’s van naamplaatjes, golfballetjes, campagneflessen en andere aandenken uit hun CMG-tijd. Het was leuk om die collega’s van weleer langs te zien komen in mijn tijdlijn. Misschien wordt het zo langzamerhand ook tijd voor een tentoonstelling van onze nationale ICT-bedrijven.
Politieke partijen (met D66 als uitzondering) hadden tot voor kort weinig aandacht voor digitalisering en de gevolgen daarvan voor samenleving en economie. Dat zag je dan ook terug in de bescheiden aandacht voor digitalisering in de kabinetsplannen. Het regeerakkoord van Rutte3 kwam niet verder dan het voornemen een ‘ambitieuze, brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus’ te ontwikkelen. Het huidige coalitieakkoord vormt daarmee een tredbreuk: geen visies en plannen meer, maar concrete ambities.
De paragraaf digitalisering van het akkoord opent met een passage over de huidige digitale revolutie die geweldige kansen biedt voor samenleving en economie: ‘die kansen gaan we benutten met uitstekende digitale vaardigheden, een sterke Europese digitale markt, hoogstaande digitale infrastructuur en ambitieuze samenwerking in technologische innovatie. Tegelijkertijd zorgt digitalisering voor een digitale kloof en groeiende ongelijkheid in onze samenleving. Ook onze veiligheid, rechtsstaat, democratie, mensen- en grondrechten en concurrentievermogen staan onder druk. Dat vraagt om solide spelregels, toezicht en strategische autonomie.’ De beleidsvoornemens geven blijk van evenwicht tussen benutten van de kansen en wapenen tegen de bedreigingen van digitalisering.
Nieuwe digitale technologieën zoals 5G, kunstmatige intelligentie en robotisering zorgen voor snelle veranderingen in de wereld om ons heen. Door digitalisering en samenwerking tussen overheid, wetenschap en private partijen kunnen we zaken anders organiseren en nieuwe diensten in het leven roepen. Daardoor kan economische groei worden versneld en onze samenleving gezonder, slimmer, veiliger en duurzamer worden gemaakt. De mogelijkheden zijn legio, bijvoorbeeld aan toepassingen in de gezondheidszorg en mobiliteit.
Tegenover kansen van de digitale revolutie staan ook bedreigingen. Europa wordt in toenemende mate overspoeld met ransomware, desinformatie en diefstal van intellectueel eigendom vanuit China en Rusland. De omvang van cybercriminaliteit lijkt jaarlijks te verdubbelen, waarbij Nederland verhoudingsgewijs vaker wordt getroffen door ransomware dan andere landen. Daarbij komt dat cybercriminelen veel gebruik van onze infrastructuur, omdat die van hoge kwaliteit is. De Onderzoeksraad voor Veiligheid adviseerde recent een fundamenteel andere aanpak om te voorkomen dat de maatschappij ontwricht raakt door cyberaanvallen. De coalitie kiest daarom voor een gecentraliseerde aanpak waarbij gecoördineerd en structureel wordt samengewerkt en investeert in een brede meerjarige cybersecurity aanpak en in cyberexpertise bij de Politie, Rechtspraak, Openbaar Ministerie en Defensie.
De digitaliseringsparagraaf suggereert een gecoördineerde aanpak op het gebied van digitalisering. Dat wordt nog een hele opgave, want het beleidsterrein is verdeeld over meerdere ministeries. Zo gaat Binnenlandse Zaken over het bevorderen van digitalisering op Rijksniveau, cybersecurity valt onder Justitie en Veiligheid, Economische Zaken gaat over digitale mededinging en de inlichtingendiensten vallen onder Binnenlandse Zaken en Defensie. Dat roept de vraag op met welk mandaat een nieuw bewindspersoon inhoud gaat geven aan de digitaliseringsambities van het nieuwe kabinet. Bovenal ben ik nieuwsgiering wie de coalitie daarvoor naar voren schuift. Wordt het weer een politicus uit de Haagse kringen die zich bezig gaat houden met de Rijks-ICT? Of krijgen we deze keer een cyberexpert als nieuwe Staatssecretaris, die nieuw elan toevoegt door de uitdagingen in Europees verband aan te gaan?
Tijdens wedstrijden en trainingen nemen we soms een camera mee aan boord. Zo kunnen we achteraf terugkijken, nagenieten en evalueren. De camera wordt bij ongestuurde boten gemonteerd op de achtertaft en bij gestuurde boten gedragen op een hoofdband door de stuurvrouw of -man. Die positie heeft als nadeel dat je niet alle roeiers, de volledige roeibeweging en de omgeving in beeld hebt. Op internet ging op zoek naar een camerastatief voor roeiboten. In mijn zoektocht stuitte ik op de website van Oar Inspired vol innovatieve toepassingen voor de roeisport, zoals sensoren en communicatiehulpmiddelen om roeiprestaties te optimaliseren.
Natuurlijk gaat er iets boven een goede video voor evaluatie van een wedstrijd of een training, maar het kan een uitdaging zijn om de juiste camerapositie en -hoek te vinden. Met de nieuwe camerabevestiging van Oar Inspired kun je een camera in de beste positie plaatsen om alle actie optimaal vast te leggen. Oar Inspired prijst hun roeistatief aan met de slogan: “To be a champion, you have to see the bigger picture.” Ik was meteen overtuigd en bestelde het statief bij de Amerikaanse webshop.
Een week na mijn bestelling ontving ik dit bericht: “Excuses voor de vertraging in de verzending, mijn medewerker die vroeger voor de webwinkel zorgde, is verhuisd en de notificatie e-mails lijken naar zijn oude mailbox te zijn gestuurd, waardoor ik geen bericht heb gekregen van de bestelling. Ik zal ervoor zorgen dat het statief morgen wordt verzonden en ik zal een paar extra’s voor je in het pakket opnemen.” Enkele weken later ontving ik een luxe cassette met de opschrift “Don’t count every stroke. Make every stroke count.” en het statief en bijbehorende onderdelen als inhoud.
Op een mooie herfstmiddag testten we de nieuwe camerapositie uit tijdens onze training in de tweezonder. Met drie krachtige zuignappen wordt het statief bevestigd op de achtertaft van de boot. Dat vereist een vlak oppervlak zoals bij Filippi en Empacher boten het geval is. De camera kan op hoogte worden ingesteld, zodat het ook geschikt is voor opname van het roeien in een vier- of achtmansboot. Een stabilisatiefunctie van de camera is noodzakelijk voor een videoweergave zonder trillingen. Zie hieronder het resultaat van onze videotest.
Hieronder een opname van onze ochtendtraining in de acht.
En hier het beeldverslag van onze race in tweezonder tijdens de Korte Vlietwedstrijd.
Als waarborging van de rechtszekerheid conflicteert met bescherming van onze privacy, wat weegt dan het zwaarst? Die vraag lijkt nu centraal te staan in de discussie over de toekomst van ons Handelsregister. In dat register staan alle bedrijven en rechtspersonen ingeschreven. Die gegevens moeten openbaar zijn, zodat je te weten kunt komen met wie je zakendoet en wie er bevoegd is.
Ondernemingen moeten hun eigenaren of degenen die zeggenschap hebben over de organisatie inschrijven in het register van Ultimate Beneficial Owners, ofwel de belanghebbenden. Deze verplichting vloeit voort uit de Europese anti-wiswasrichtlijn en heeft tot doel het witwassen van geld, belastingontduiking, misbruik van publieke middelen en financiering van terrorisme te bestrijden. Het UBO-register maakt openbaar wie uiteindelijk de winst opstrijkt. Dit is cruciaal, want vermogenden die iets te verbergen hebben zijn geneigd hun identiteit te verhullen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het onderzoek van de Pandora papers. Brievenbusfirma’s op de Maagdeneilanden zijn populair omdat de investeringen geheim blijven door ontbreken van een openbaar Handelsregister op de eilanden.
Pogingen om het vermogen te verhullen worden ook in ons land toegepast. Zo sluisde Van Lienden zijn deel in de winst van de mondkapjesdeal door naar een commanditaire vennootschap (cv) met een stichting ’t Nut als beherende vennoot. Van Lienden is zelf de enige bestuurder van die stichting en dus ook enige gerechtigde tot het vermogen. Voor de buitenwereld blijft dat onzichtbaar, omdat een cv geen jaarrekening hoeft te publiceren. Onderzoekers van Follow the Money kwamen deze constructie om het vermogen te anonimiseren op het spoor door slim speurwerk in de stukken van de Kamer van Koophandel. Dat is een bijzonder knappe prestatie, want ons Handelsregister blinkt niet uit in toegankelijkheid en doorzoekbaarheid. Om bedrijfsgegevens op te halen is het namelijk noodzakelijk om de naam, het KvK-nummer of het adres te kennen en de ‘bestelling’ daarna af te rekenen.
De geslotenheid van ons Handelsregister belemmert de rechtszekerheid, omdat moeilijk is te achterhalen met wie precies zaken wordt gedaan. Ons Handelsregister voldoet ook geenszins aan de EU Open-Data-richtlijn en hergebruik van overheidsinformatie, waarin het bedrijvenregister is aangemerkt als één van de zes hoogwaardige datasets. Zo zijn de bedrijfsgegevens in het Handelsregister niet in een open formaat beschikbaar, niet in bulk te downloaden, niet gegarandeerd up-to-date en ook niet gratis beschikbaar. In de Global Open Data Index staat Nederland laag gerangschikt, samen met landen als bijv. Albanië en Myanmar. Europese landen die de Open Data richtlijn wél hebben geïmplementeerd, zoals Frankrijk, Ierland en Engeland, gaan aan kop.
Het kabinet heeft beloofd te komen met een datavisie van het Handelsregister, naar aanleiding van een brede consultatie die deze zomer heeft plaatsgevonden. In het verslag over de resultaten van de consultatie hekelen de respondenten eensgezind de privacy schendingen door openbaarheid van privégegevens en het verdienmodel van de Kamer van Koophandel. Iemand omschrijft het Handelsregister als “een register dat persoonsgevoelige informatie zoals adresgegevens (vestiging en privéadressen) van zzp’ers verkoopt terwijl het privacy argument wordt gebruikt om andere data niet als open data aan te bieden.”
Het spreekt voor zich dat een open Handelsregister zich niet goed verhoudt met het huidige verdienmodel. De Kamer van Koophandel kan zich beter concentreren op haar wettelijke taken en stoppen met de exploitatie van haar monopolie, de handel in (persoonlijke) data. Door het loslaten van het verdienmodel komt er ruimte voor het implementeren van de EU Open-Data-richtlijn. Dit kan met respect voor de privacy van personen die in het Handelsregister zijn ingeschreven. Alle privé gegevens, waaronder woonadressen en telefoonnummers, moeten worden afgeschermd conform het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens. De afscherming van woonadressen in het Handelsregister is een eerste stap, maar nog onvoldoende. Ook zzp’ers, waarvan het vestigingsadres gelijk is aan het woonadres, willen verlost worden van ongevraagde marketing naar privéadressen en zorgen over intimidatie en bedreigingen.
Na bijna twee jaar van beperkende maatregelen zijn deze herfst eindelijk weer de eerste roeiwedstrijden gehouden. Dit jaar was er in oktober weer een krachtmeting over 5.250 meter op het Hilversums kanaal voor jong en oud, de Tromp Boat Races. Het is een tijdrace waarin de ploegen kort achter elkaar van start gaan en zo snel mogelijk de finish moeten zien te bereiken. De wedstrijd duurt zo’n tweeëntwintig minuten. Bij een tempo van 30 halen per minuut worden dus ongeveer 660 harde halen gemaakt in de wedstrijd. Tijdens de wedstrijd zijn de roeiers in opperste concentratie om telkens weer een goede haal neer te zetten. Niet iedere haal is perfect. Soms raakt de boot uit balans, bijvoorbeeld door sturen, inhaalmanoeuvre of vogels in de baan. Het is dan zaak om snel te herpakken en te corrigeren om het juiste ritme te hervinden.
Zie onderstaand een beeldverslag van onze race in de 2- in een decor van prachtig roeiwater in het groen en een opkomende herfstzon. Dit zijn de markante punten in de video van onze race:
0.34 We passeren de startlijn
8.01 Zes zwanen belemmeren de doorvaart, maar ze wijken net op tijd aan weerszijde van de boot
15.18 Latere winnaar Phocas passeert
18.30 Onder de tweede brug halen we onze ploeggenoot Daan D’Hoore in zijn skiff in
19.30 Laatste kilometer, we zetten de eindsprint in
22.35 We gaan door de finish en moeten even bijkomen van de inspanning
De uitslagen van de Tromp Boat Races 2012 staan hier
De Kamer van Koophandel is een eeuwenoude organisatie die haar bestaansrecht ontleent aan het Handelsregister. Bedrijven en zzp’ers zijn verplicht zich tegen betaling in te schrijven bij de KvK en moeten vervolgens ook betalen om te kunnen inzien hoe zij zijn ingeschreven. Met de doorverkoop bedrijfsgegevens, waaronder telefoonnummers en adressen, zou de KvK naar schatting 33 miljoen euro per jaar verdienen. De openbaarheid van contactinformatie is al jarenlang een bron van ergernis bij ondernemers omdat zij daardoor ongevraagd worden belaagd door telemarketeers.
Meer dan tien jaar geleden werden hierover al Kamervragen gesteld door Kees Verhoeven van D66. Bent u bekend met de irritatie van vele ondernemers over het feit dat de KvK contactinformatie van ondernemers beschikbaar stelt? Antwoord: Ja. Acht u het wenselijk dat een publieke organisatie die ondernemingen verplichte heffingen oplegt, geld verdient met het ongevraagd verkopen van contactgegevens? Antwoord: De opbrengsten uit verstrekking van adresgegevens vormen een substantieel deel van de bekostiging van het handelsregister en dragen er aldus aan bij de heffing voor het handelsregister zo laag mogelijk te houden.
ZZP’ers ervaren de nadelige gevolgen van de openbaarheid van contactgegevens, die meestal gelijk zijn aan hun privéadres. Zij worden nog steeds regelmatig ongewenst en op de meest ongelegen tijdstippen gebeld door telemarketeers. Het ‘bel-me-niet-register’ biedt daarvoor geen bescherming. Vanaf 1 juli 2021 mogen bedrijven zzp’ers zelfs niet meer bellen, tenzij daarvoor vooraf toestemming is verleend of in het geval er sprake is van een bestaande klantrelatie. In de praktijk trekken telemarketeers zich daar weinig van aan. Zij beweren glashard dat je een klant bent en steken dan meteen van wal met hun verkoopverhaal.
Zo werd ik, enkele maanden nadat ik bij het KvK mijn eenmanszaak had laten registreren, misleid door Collectief Adviespunt. Een telemarketeer van het bedrijf belt mij met mededeling dat zij mij eerder hebben bemiddeld bij het afsluiten van energiecontract en dat zij mij nu een beter contract kunnen aanbieden. Daarna wordt geprobeerd mijn persoonlijke informatie te ontfutselen en wordt een ‘verbeterde’ aanbieding gedaan met het verzoek die aanbieding tijdens het gesprek te bevestigen. De telemarketeer toonde aan toegang te hebben tot mijn inschrijving in het KvK Handelsregister. Ik ben absoluut geen klant van Collectief Adviespunt en heb vooraf ook geen toestemming gegeven voor telefonische verkoop. Wel kan ik gebruik maken van mijn recht op verzet en melding doen bij de Autoriteit Consument & Markt.
De Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde in juni van dit jaar om de woonadressen van zzp’ers in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel standaard af te schermen. De adressen moeten dan alleen nog beschikbaar blijven voor bepaalde beroepsgroepen en instanties. AP-voorzitter Aleid Wolfsen wijst daarbij ook op de gevaren van stalking, bedreiging en identiteitsfraude als gevolg van vrije beschikbaarheid van woongegevens van zzp’ers. Het Handelsregister is bedoeld om mensen en bedrijven te kunnen opzoeken en zo zeker te zijn dat iemand bevoegd is namens een bedrijf te spreken of handelen. Omdat zzp’ers zelf het bedrijf zijn, is dat voor hen overbodig. Bovendien beschikken samenwerkende bedrijven via facturen al over de adressen van de zzp’ers.
Onlangs kwam aan het licht dat de KvK zo’n 1.800 beschermde privéadressen had gelekt, waaronder die van Kamerleden, bestuursleden en fractiemedewerkers. De privéadressen waren opgevraagd door een voormalig advocaat die nog toegang had tot deze gegevens. Naar aanleiding van dit datalek vroeg de Kamer aan de Staatssecretaris het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens om woongegevens van zzp’ers niet meer zichtbaar te presenteren zo snel mogelijk uit te voeren. De Staatssecretaris kon dit nog niet toezeggen en wacht de uitkomst af van een brede consultatie over de datavisie van het Handelsregister: ‘Het doel van de visie is om een balans te vinden tussen de uiteenlopende belangen die spelen rondom het Handelsregister. De visie zal een nieuw beleidskader vormen voor de verwerking en verstrekking van gegevens uit het Handelsregister. Hierbij worden alle mogelijke oplossingsrichtingen in overweging genomen.’
Vooralsnog zijn we dus nog niet verlost van de nadelige gevolgen van de openbaarheid van de contactinformatie bij het KvK, maar vooruitlopend op de uitkomst van de brede consultatie wil ik hierbij wel alvast mijn advies geven. De verplichte registratie van het Handelsregister moet gratis zijn, evenals het beschikbaar stellen van de informatie. Je zou op zijn minst slechts één keer moeten betalen voor dezelfde informatie. Contactinformatie van een zzp’er wordt standaard afgeschermd, tenzij die zelf toestemming geeft deze openbaar te tonen. Scherm het anoniem opvragen van contactinformatie af en geef de zzp’er als eigenaar van de gegevens (online) inzage wie wanneer zijn/haar gegevens opvraagt of raadpleegt.
Breed vaarwater, beschutte ligging, slingerend verloop, zachte oevers die golven dempen, bezienswaardigheden langs de kant en uitdagende bruggetjes. De rivier Oude IJssel heeft het allemaal en is daardoor het ideale vaarwater voor lange afstandsroeiers. De rivier stroomt door de gemeenten Doetinchem en mondt bij Doesburg uit in de Gelderse IJssel.
Sinds enkele jaren wordt op het 12 kilometer lange traject tussen Doesburg en Doetinchem een roeiwedstrijd georganiseerd voor skiffs en tweemansboten. De start is een paar honderd meter na de stuw in Doesburg ter hoogte van de zendmast. Op het traject passeer je de brug van de provinciale weg, de woonboten met enthousiast aanmoedigend publiek, de brug Hoog Keppel, een windmolen, de lage brug Laag Keppel, het kasteel Laag Keppel, hoogspanningsmasten, de kraan bij de betoncentrale, de Energiebrug, de steiger met bootjes om uiteindelijk te finishen bij de jachthaven van Watersportverenging de Ank.
De Oude IIssel Race was voor ons de eerste roeiwedstrijd na bijna twee jaar van coronabeperkingen. Het was ook een verrassende kennismaking met de Oude IJssel.
De luchtshow die een zwerm spreeuwen, op zoek naar een rustplaats voor zonsondergang geeft, behoort tot een van de spectaculairste natuurverschijnselen die in ons land te zien zijn. Een spreeuwenzwerm vertoont een rijke variatie aan vormen. Zwermen veranderen van trechters naar zandlopers. Verdichtingen en verdunningen vloeien naadloos in elkaar over. De vogels blinken uit in snelheid en wendbaarheid. Hoe krijgen ze het voor elkaar om als één geheel te bewegen? Onderzoekers stelden vast dat daar slechts drie basisregels aan ten grondslag liggen: de vogels zijn tot elkaar aangetrokken, ze vliegen met dezelfde snelheid en proberen botsingen en gevaar te vermijden. Dat roept de vraagt op: wat kunnen organisaties leren van deze vorm van zelfsturing?
Alertheid op de omgeving maakt dat een zwerm als geheel reageert en gelijktijdig kan wenden bij verandering of dreigend gevaar. Organisaties, die gebaseerd zijn op top-down sturing, systemen en regels, zijn daar niet toe in staat. Het kost maanden, zo niet jaren, om een verandering door te voeren. Om snel te kunnen reageren moeten organisaties wendbaarder worden. Dit vraagt om een andere manier van organiseren en onderlinge samenwerking gebruikmakend van intelligente automatisering. Technologie maakt wendbaarheid en continu aanpassen aan veranderende omstandigheden mogelijk. Dat biedt kansen voor overheidsorganisaties die in toenemende mate worden gedreven door data.
Voorwaarde voor wendbaarheid is een optimale inzet van standaard technologie die meegroeit met technische ontwikkelingen. Bij digitale transformatie draait het om het op maat bedienen van de klant. Voor overheidsorganisaties, die veelal hiërarchisch worden aangestuurd en in afdelingen taakgericht bezig zijn, is dit een grote veranderopgave. Niet langer de interne taken, maar de klantreis en voortdurend afstemmen op een (veranderende) klantbehoefte komen centraal te staan. Het is een verandering van organiseren en werken: de organisatie wordt ingericht op wendbaarheid. Bedrijven als Google, Zappos en Spotify lopen daarin voorop en werken volledig agile. Het organisatiemodel van Spotify met zelfsturende teams dient voor veel grote organisaties, waaronder ING en Buurtzorg Nederland, als voorbeeld.
In een snel veranderende samenleving is voortdurend anticiperen en aanpassen noodzakelijk. Overheidsorganisaties krijgen in toenemende mate te maken met veranderingen als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, verschuivende politieke prioriteiten en voortschrijdende digitalisering. Deze veranderingen vragen om een wendbare overheid die beleid en uitvoering tijdig kan bijsturen en inspelen op individuele behoeften van burgers.
Als ondernemer wil je bijdragen aan een beter aanbod van persoonlijke beschermingsmiddelen in tijden van schaarste na het uitbreken van de pandemie. Je communiceert naar de buitenwereld dat je zonder winstoogmerk werkt, maar achter de schermen sluit je een winstgevende deal en bedingt daarbij geheimhouding.
Deze case zou prima passen in de enquête ‘Integriteit in de praktijk’ die recent via iBestuur opnieuw werd uitgezet. Zoals bij de meeste cases het geval is, werd hier volgens de regels gehandeld en voldeed de deal schijnbaar aan alle voorwaarden. Niettemin is de afkeuring over de gang van zaken unaniem. Het toont aan hoe groot het grijze gebied is tussen goed en fout.
Uiteraard zitten er twee kanten aan de zaak: het handelen van de ondernemer, maar ook dat van de overheid die meewerkte aan de deal. Waarom werd een deal gesloten met een ondernemer zonder enig trackrecord, terwijl vooraf al twijfels waren over de kwaliteit en de prijs? Waarom heeft er geen openbare aanbesteding plaatsgevonden om een keuze te maken tussen de vele aanbieders? Daardoor ontstond een klimaat dat ruimte bood voor willekeur en vriendjespolitiek.
Zeven jaar geleden organiseerde iBestuur een enquête over integriteit naar aanleiding van Zembla uitzendingen waarin vermeende schending van het mededingingsrecht binnen de ICT-sector aan de kaak werd gesteld. Vorige maand werd de enquête herhaald. De uitkomsten illustreren, op basis van de verscheidenheid aan antwoorden, de vele tinten grijs. Ze laten tevens een interessante verschuiving zien: mensen werkzaam bij ICT-bedrijven en zelfstandigen zijn voorzichtiger geworden. Respondenten vanuit de overheid zijn ten opzichte van zeven jaar geleden bereid meer risico te nemen. Daardoor is het verschil in opvatting over integriteit tussen overheid en markt, dat in 2014 nog duidelijk aanwezig was, nu geheel verdwenen. Zie hier voor de resultaten van de enquête en de verschillen tussen 2014 en dit jaar.
Bij de mondkapjesdeal is het nodige in het werk gesteld om onder de radar te blijven, zoals geheimhouding en wegsluizen van de winst naar een persoonlijke holding. Blijkbaar oordeelden betrokkenen dat de deal het daglicht niet kan verdragen. Dan komt het extra hard aan als de waarheid aan het licht komt. Een klimaat van integer zakendoen is gebaat bij openheid en transparantie wederzijds. Denk hierbij aan een gelijk speelveld voor ondernemers, openbaar lobbyregister, openheid over businessmodellen, risicocalculaties en opdrachten. Daardoor kunnen we verspilling van belastinggeld en reputatieschade voorkomen.